Veel gestelde vragen
1. Machines en gereedschappen.
1.1. Het afstellen van de tangenbasis op het geleidersysteem.
Er zijn 3 verschillende methoden om de tangen op het geleidersysteem af te stellen. Wellicht dat 1 van deze methoden werkt.
- Je zet het tangsysteem haaks op de geleider, met de tang richting de andere geleider. Alleen in deze stand kun je, met een inbussleutel tot in het hart van de klemhendel komen. Je ziet nu door het gat in het tangen systeem (misschien zit hier een rubberdopje op) dat je een inbussleutel kunt doorsteken in een inbusmoer. Deze moet zo strak staan, dat de tang in de open stand nog net kan glijden.
- Aan de zijkant van het handeltje zitten twee inbusstelschroeven. Deze moeten net niet helemaal vast gedraaid worden, maar zijn er alleen om de hendel op zijn plek te houden.
- Onder het tangen geleidesysteem zitten twee moeren, 1 om te borgen en de ander om te stellen. Of er zit 1 moer met een borgrubber. Of er zitten 2 inbusschroeven, deze moeten strak aangedraaid zijn.
1.2. Het inklemmen van het racket.
Het is heel belangrijk dat de 2 mounting posten (dit zijn de pennen die aan de binnenkant van het racket komen, 1 in het midden boven en 1 in het midden beneden) nooit strak en gespannen komen te staan. Deze zijn alleen om de maat van het racket te bepalen. Als je na het bespannen deze moeilijk los kan draaien dan stonden ze te strak. Het moet zo zijn dat als je de 4 V-fixatie punten los draait, dat je het racket makkelijk van de machine kunt afpakken.
De 4 V-fixatie punten moeten gewoon vast. Vast is vast. Je moet hierbij geen kracht gebruiken.
2. Bespannen.
2.1. Stretchen tijdens het bespannen.
Het stretchen tijdens het bespannen is heel belangrijk voor een evenwichtige bespanning. Als je dit goed doet, dan blijft de dynamic tension waarde van de bespanning veel langer op peil. Bij bespannen zonder stretchen (wat helaas door velen gebeurt) weet je niet precies wat het resultaat is. Het gemiddelde is dan misschien wel goed, maar de snaarspanning onderling zal veel grotere verschillen vertonen en zal sneller teruglopen. Het stretchen is dat de snaar die je hebt aangespannen heen en weer beweegt in het racketframe, zodat de arm met het gewicht op en neer beweegt. Let op: het gewicht mag niet vallen of stuiteren. Als het gewicht of een ander aantrekmechanisme niet meer verder aantrekt, dan heb je genoeg gestretcht. Je kunt nu de snaar afklemmen en met de volgende snaar beginnen.
3. Tips ingestuurd
- Tip van Koen
Weef 1 snaar van te voren. dit gaat makkelijk omdat de lengtesnaren al zo staan dat je er makkelijker tussen door weeft. Deze geweven snaar nog niet helemaal doorvoeren. Je moet immers de vorige breedtesnaar nog aanspannen vanuit de lus. Als je dit gedaan hebt, ga dan naar de andere kant van het racket. Je hoeft nu niet het uiteinde van de snaar op te zoeken, want je kunt het gelijk aanpakken. Nu de snaar doorvoeren en vervolgens weer 1 breedtesnaar weven.